vrijdag 17 september 2010

Mala lex, sed lex

Bedrijven die pleiten voor de afschaffing van het brugpensioen, maar er zelf veelvoudig gebruik van maken bij herstructureringen. “Hypocriet”, heet dat in vakbondskringen. Het is niet het enige voorbeeld waar zo’n uitspraken naar boven komen. Het snijdt nochtans geen hout. Het staat iedereen vrij de regels zo optimaal mogelijk te benutten. Als dit schadelijk blijkt te zijn voor de maatschappij moet men de regels veranderen. Punt. Eenzelfde persoon kan perfect beide zaken bepleiten. Een voetbaltrainer die van oordeel is dat voetbal spectaculairder is zonder keepers zou zijn elftal onder de huidige reglementen niet zonder doelman het veld in sturen.

Een bedrijfsleider die als een goede huisvader tot de conclusie komt dat, binnen de wettelijke mogelijkheden, het brugpensioen de beste mogelijkheid is voor zijn bedrijf en zijn werknemer, kan perfect tegelijk bezorgd zijn over de bredere impact van het hele systeem. Bij de vakbondskritiek op die bezorgdheid vergeet men een onderscheid te maken tussen micro- en macrobeslissingen.

Op het micro-vlak komt de manager tot de conclusie dat een toepassing van het brugpensioen de beste legale optie is. De coach stelt het maximaal aantal toegelaten spelers op, zijnde tien veldspelers en een doelman die zijn handen mag gebruiken om de bal uit het doel te houden.

Tegelijk groeit bij de (groot)vader in de manager de vrees dat de generatie van zijn (klein)kinderen het met heel wat minder zal moeten doen als maatregelen à la brugpensioen gemeengoed blijven. De bedrijfsleider heeft op het macro-vlak een ruimere blik dan de eigen fabriekspoort, maar hij kan er niet op zijn eentje over beslissen. Het is als de trainer die niet als enige plots zonder doelman gaat beginnen voetballen.

Hetzelfde geldt voor de kritiek op fiscale en financiële optimalisatie van bedrijven en (gegoede) gezinnen. Iedereen is vrij om binnen de grenzen van de wet de beste oplossingen na te streven. Als dit onrechtvaardige situaties tot stand brengt dan moet men die achterpoortjes sluiten of een nieuw en rechtvaardiger systeem door het parlement jagen.

Ook in politiek

Dezelfde soort kritiek keert ook min of meer terug in de hetze rond de schijnkandidaten en dubbele kandidaturen bij verkiezingen. Elke partij is daar in principe tegen. In maagdelijke periodes (vaak ten tijde van oppositie) schieten ze dan ook met scherp op parlementshoppers en politici die hun mandaat niet opnemen.

Die kritiek valt moeilijk serieus te nemen, want elke partij heeft zich in het verleden wel al eens schuldig hebben gemaakt aan dergelijke praktijken. In 2003 was er de overstap van toenmalig Vlaams minister-president Patrick Dewael (Open VLD) naar het federale niveau. Na de voorbije verkiezingen kregen Geert Boergeois (N-VA), Filip Muyters (N-VA) en Ingrid Lieten (SP.A) de volle laag. Het is maar een kleine vangst uit de vijver van voorbeelden. De partijen hangen de heilige uit op de momenten dat het hen goed uit komt.

Er zijn in het verleden al heel wat voorstellen geweest om te komen tot een meer fatsoenlijke politiek. Elke partij heeft wel een vergeefse poging op zijn naam staan en iedereen beweert nog steeds in koor voor duidelijkere regels te zijn. Men moet nu dus maar eens kleur bekennen en overgaan tot actie, maar zolang zo’n verscherpte regelgeving er niet is laat men de ongeloofwaardige kritiek beter achterwege. Voor iedereen gelden dezelfde (voorlopig te lakse) regels. Binnen wat reglementair is doen partijen wat ze willen om zoveel mogelijk stemmen binnen te halen. Ze kunnen hun zetelaantal immers in de schaal werpen om hun partijprogramma door te drukken en dat blijft toch de essentie van politiek: zijn ideeën kunnen omzetten in wetgeving. De sterke, maar gecontesteerde lijsten van N-VA bij de voorbije verkiezingen bijvoorbeeld leverden de partij een monsteroverwinning op, waardoor ze nu een grote invloed heeft op de onderhandelingen.

Het staat iedereen vrij binnen de lijntjes de beste plaats op te zoeken. Als dat ten koste blijkt te zijn van het algemeen belang moet men niet met de vinger wijzen, maar een pen nemen en betere grenzen trekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten