Er gingen de voorbije weken meer en meer stemmen op om quota op te leggen voor vrouwen en allochtonen. De VRT legt zichzelf vanaf nu streefcijfers op. Daarnaast zijn er politieke initiatieven op til quota op te leggen voor vrouwen in de raad van bestuur van overheidsbedrijven en beursgenoteerde bedrijven. De vertegenwoordiging van deze groepen ligt voor beide voorbeelden inderdaad lager dan eigenlijk zou moeten, maar quota zijn niet het aangewezen middel om hier iets aan te doen. De oplossing moet van onderuit komen, niet van bovenuit in de vorm van een rigide cijferdwang. De meest gekwalificeerde persoon verdient de job, ongeacht geslacht of afkomst.
Het opleggen van quota voor vrouwen in raden van bestuur is betuttelend en in een zekere zin zelfs beledigend. Vrouwen verdienen het om beoordeeld te worden op basis van hun capaciteiten en niet op het feit dat ze toevallig vrouw zijn. Dat neemt niet weg dat de cijfers momenteel wel degelijk te laag liggen. Momenteel staat de teller op 8% vrouwen in de raden van bestuur van de BEL-20. Dat kan en mag zeker hoger. De oplossing hiervoor moet echter van onderuit komen. Een aangepast gezinsbeleid met bijvoorbeeld crèches in bedrijven kan hierin een sleutelrol vervullen. Een reeds bestaand initiatief is ‘Women on board’. Dat is een databank van vrouwelijke professionelen die het juiste profiel hebben om te zetelen in een raad van bestuur. Op die manier kunnen bedrijven die –terecht- tegen quota zijn aantonen dat ze open staan voor vrouwelijke vertegenwoordiging in hun bestuur. Lineaire maatregel opleggen aan de bedrijven is echter uit den boze. Op die manier zullen gemotiveerde en capabele mannen geweerd worden ten voordele van iemand die minder gekwalificeerd is maar wel toevallig van het juiste geslacht. Het creëert een perceptie van excuustruzen. Dat speelt overigens in het nadeel van vrouwen die op basis van hun capaciteiten het verschil maken.
Bovendien is er nu eenmaal een verschil in interesse tussen beide geslachten. Mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk. En maar goed ook. Liesbeth Homans (N-VA) haalde onlangs in De Zevende Dag haar eigen voorbeeld aan. In de commissie energie is ze de enige vrouw. Vrouwen zijn nu eenmaal minder geïnteresseerd in zo’n sector. Het valt dan toch niet te verantwoorden dat een bedrijf uit een “mannelijke” sector absoluut 40% vrouwen in zijn raad van bestuur moet hebben.
Kwaliteit moet centraal staan
Bij de VRT is de kogel reeds door de kerk. In de toekomst zullen 12% van de gezichten op Een gekleurd moeten zijn, op Canvas zelfs 20%. Ook voor vrouwen legt de VRT zichzelf streefcijfers op. In een programma als Terzake zal een derde van de aanwezigen van het vrouwelijke geslacht moeten zijn, presentator inbegrepen.
Momenteel heeft slechts één politieke partij een vrouwelijke voorzitster. Het kan toch geenszins de bedoeling zijn dat die dan maar iets vaker mag langskomen om de cijfers te halen. Een programma als Terzake moet gaan voor de meest capabele gast, ongeacht geslacht of afkomst. Kwaliteit moet centraal staan. Of moeten Jef Vermassen en Peter Adriaenssens een geslachtsverandering overwegen om in de toekomst nog aan bod te komen? Opnieuw, de aanpak moet van onderuit gebeuren. Een men met quota begint kan men overigens bezig blijven. Waarom dan geen quota voor zwaarlijvigen, homoseksuelen of noem maar op.
Pamperbeleid halt toeroepen
Een zelfde teneur viel te noteren bij de Rondetafel van de Interculturaliteit die onlangs gehouden werd. De oplossingen waarmee de experts van de bevoegde minister Joëlle Milquet kwamen aandraven waren een perfecte illustratie hoe het niet moet. Met quota en uitzonderingsregels komt de nadruk opnieuw al te sterk te liggen op de verschillen tussen autochtonen en allochtonen en problematiseert men hele groepen. Wie bijvoorbeeld een Marokkaanse achtergrond heeft, wordt dan automatisch in een hokje gestopt.
Dat weinig allochtonen leraar worden bijvoorbeeld zou volgens de experts voortvloeien uit negatieve ervaringen met leraren. Uitspraken als deze zijn al te kort door de bocht. Individuen moeten de mogelijkheden die dit land biedt ook benutten. Nederlands leren, je kinderen motiveren om naar school te gaan, actief werk zoeken: dat heet kansen grijpen. Het levert voordeel voor de persoon in kwestie én voor de maatschappij in haar geheel. Al die slachtoffervoorstelling en al dat gepamper brengen ons geen meter vooruit. Het is in ieders belang dat inwijkelingen zich integreren. Uiteraard niet in die mate dat zij hun verleden volledig moeten afzweren -een zeker pragmatisme is zeker op zijn plaats-, maar minderheidsgroepen creëren met specifieke rechten veroorzaakt een verkeerde samenlevingssituatie.
De ondervertegenwoordiging van vrouwen en allochtonen in bepaalde functies lost men best op met een aanpak van onderuit. Een aangepast gezinsbeleid kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat het aantal vrouwen in directiefuncties in de toekomst automatisch zal stijgen. Bedrijven rigide verplichtingen opleggen is alvast níet de oplossing.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten