zondag 15 augustus 2010

Turkse toetreding tot EU niet wenselijk

De nieuwe Britse premier David Cameron brak onlangs een lans voor de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Hij schaart zich daarmee aan de kant van zijn ‘speciale bondgenoot’ Amerika, dat daar ook sterk voor pleit (maar zich eigenlijk niet te moeien heeft met interne EU-kwesties). Een Turks lidmaatschap heeft echter geen draagvlak en is om meerdere redenen niet wenselijk.


Turkije kent een voorspoedige economische groei, heeft een jonge bevolking, beschikt over grondstoffen en is strategisch zeer goed gelegen. Niet alleen heeft het controle over belangrijke zeeroutes, er zijn ook mogelijkheden om gaspijplijnen te leggen die niet door Rusland lopen. Hierdoor zou de EU minder afhankelijk worden van de grillige Russen. Het is ook belangrijk om een islamitische bondgenoot te hebben. Turkije kan inderdaad een cruciale rol spelen in de stabiliteit van Irak en Afghanistan, het Iraanse atoomwapenprogramma en de Palestijnse kwestie. Dit zijn feiten die als argument gebruikt worden voor Turkse toetreding. De link van deze feiten naar een pleidooi voor Turks lidmaatschap is echter zeer discutabel. Men kan perfect bondgenoten zijn zonder dat het land moet opgenomen worden in de Europese Unie. Turkije ís al jaren een medestander van het Westen. Zo trad het al snel na de oprichting toe tot de NAVO.

Vooreerst is er momenteel geen democratisch draagvlak voor de toetreding van Turkije. In 2006 was er slechts 1 land (Zweden) waar de bevolking meer voor- als tegenstanders telde. In het land van Cameron bijvoorbeeld zei 52 procent nee tegenover 30 procent ja. 18 procent van de Britten was onbeslist.

Daarnaast staan een aantal praktische kwesties in de weg. Zo is het met de vrije meningsuiting niet zo goed gesteld in Turkije. Er is zelfs een wet die de belediging van de Turkse staat strafbaar maakt. Het is bijvoorbeeld verboden om de Armeense kwestie te bestempelen als een genocide hoewel ze daar volgens onafhankelijke buitenlandse specialisten duidelijk wel onder valt. Een ander probleem is het eiland Cyprus. Hiervoor lijkt een oplossing niet voor meteen. Een deel van het eiland (Noord-Cyprus) staat onder Turkse invloed en is internationaal geïsoleerd. Turkije wil dit verhelpen, maar weigert op zijn beurt om zijn havens open te stellen voor (Grieks-)Cypriotische schepen. Op (intern) politiek vlak valt er weinig stabiliteit te bespeuren. Het leger heeft in het verleden reeds 4 geslaagde couppogingen ondernomen (1960, 1971, 1980, 1997). Een laatste (mislukte) poging dateert van 2009.

Indien Turkije toetreedt wordt het land met een bevolking van 76,8 miljoen meteen het op een na grootste EU-lid. Bovendien zou het Duitsland (82,3 miljoen) in de nabije toekomst voorbij steken op dit vlak. Polen, een ander groot land dat recent is toegetreden, telt slechts half zoveel inwoners (38,5 miljoen). Belangrijker is dat in een aantal West-Europese landen reeds grote Turkse gemeenschappen leven. Een grote immigratiegolf naar landen als België, Duitsland en Nederland is niet onwaarschijnlijk en men kan moeilijk ontkennen dat er momenteel al niet heel wat samenlevingsproblemen zijn in bepaalde wijken en steden. Turkije telt ook heel wat armere inwoners en tien miljoen boeren, wat de West-Europese lidstaten heel wat subsidies kan kosten. Landbouw is momenteel goed voor bijna de helft van het hele EU-budget. Tien miljoen nieuwe boeren zou dit sterk onder druk zetten. Nu is dat voor de Britten bijvoorbeeld geen argument tegen aangezien zij die landbouwsubsidies toch graag fors zouden willen afbouwen. Er valt iets voor te zeggen dat dit concurrentievervalsend werkt, maar het is strategisch belangrijk om een substantieel deel van zijn voedselvoorziening in eigen handen te houden.

Ook op institutioneel-politiek vlak zou de toetreding van zo’n groot land problemen scheppen. De Europese Unie is in zijn huidige vorm reeds moeilijk werkbaar momenteel. Het is niet onmogelijk dat dit juist een onderliggend argument van Cameron is. Het is immers geen geheim dat de Britten niet echt gediend zijn van een politieke unie, maar de samenwerking liever beperkt zien tot een economische vrijhandelzone.

Tenslotte is Turkije geen westers land. De Turkse cultuur is een mix van Oost-Europese, Centraal-Aziatische en Islamitische culturen. Europa daarentegen is gegroeid uit een Christelijke traditie. De laatste jaren zien we onder Erdogan ook een tendens weg van de seculiere erfenis van Ataturk naar een meer islamitische samenleving. De islam maakt geen deel uit van onze (interne) geschiedenis. Daarnaast hoort Turkije ook geografisch niet bij Europa. Een Turkse toetreding maakt dat Iran, Irak en Syrië buurlanden worden van de Europese Unie. Geen erg aantrekkelijk vooruitzicht.

Een afwijzing van Turkse toetreding tot de EU staat helemaal niet gelijk met een negatieve kijk of houding ten opzichte van dat land. Niemand kan naast zijn strategische ligging kijken of zijn cruciale diplomatische rol in het Midden-Oosten. Turkije is een uiterst gewaardeerde Westerse bondgenoot. Het zou een zeer slechte zaak zijn mocht het land zich afkeren van het Westen, maar daarom moet men nog niet een EU-lidmaatschap als wortel gebruiken. Bondgenootschap kan perfect buiten de Europese Unie, bijvoorbeeld met een bevoorrecht partnership.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten